GRIMP van Brandweer Zone Antwerpen oefent aan Antwerpse provinciehuis en redt glazenwasser die vasthangt op 40 meter hoogte

Op moeilijk bereikbare plaatsen oefenen is niet evident. Het provinciehuis is met zijn speciaal getorste en hoge gevel een unieke oefenplek voor de klimexperten van GRIMP. GRIMP staat voor Groep voor Reddingen en Interventies op Moeilijke Plaatsen. Het team bevrijdt mensen op moeilijk bereikbare plaatsen in de hoogte, in de diepte of in besloten ruimtes. Om de personen te redden zijn touwtechnieken nodig.

Met zijn 14 verdiepingen is het Antwerpse provinciehuis bijna 58 meter hoog. De vaste ramen en ‘zwenk’ maken het een unieke oefenlocatie de klimexperten van GRIMP. Er werd een realistische situatie gesimuleerd: een glazenwasser kreeg zogezegd te maken met een technisch mankement van zijn gondel, hangende ter hoogte van de 10de verdieping. Omdat de geometrie van het gebouw het niet toelaat om met de noodbediening volledig naar beneden te zakken, is een redding met touwtechnieken noodzakelijk. De glazenwasser werd uit zijn gondel geëvacueerd en naar een veilige zone brengen. Een redder zakte van het dak af met 2 touwen en pikte het slachtoffer aan. Met een derde touw kon de redder samen met het slachtoffer afdalen op veilige afstand van de gevel.

Korporaal Bart Cockx van Brandweer Zone Antwerpen:

“Het GRIMP-team oefent uiteraard het liefst op sites waarvoor het in noodsituaties effectief kan ingezet worden. We zijn dan ook blij en dankbaar dat het team toelating kreeg om deze oefening aan Antwerps provinciehuis uit te voeren. Recent oefenden we nog op de Onze-Lieve-Vrouwekathedraal in Antwerpen. Toen werd als oefening een stadsgids met gebroken been geëvacueerd. Hoe meer we kunnen oefenen hoe sneller en efficiënter ons GRIMP-team wordt bij reële situaties.

683 driehoekige ramen

Het Antwerpse provinciehuis is een echte blikvanger. Architect Xaveer De Geyter maakte een markant ontwerp met driehoekige ramen en een in het oog springende ‘zwenk’. Die vorm is ook functioneel: er valt geen schaduw op naastgelegen gebouwen. Bovendien komt er minder zon, maar meer noorderlicht binnen op de grote open verdiepingen. De gevel is maar voor 40% beglaasd, om opwarming door zonnewarmte te verhinderen. Toch is er veel lichtinval tot diep op de werkvloer, door de driehoekige ramen op hun punt te plaatsen. De ramen kunnen niet geopend worden.

Gedeputeerde Jan De Haes, bevoegd voor Logistiek:

“De 683 driehoekige ramen moeten natuurlijk ook gepoetst worden. Dat gebeurt 4 keer per jaar. Daarvoor is speciaal een glazenwassersgondel voorzien die kan neergelaten worden vanop het dak. Het is dus een realistische oefening. Al hopen we natuurlijk dat het technische probleem dat vandaag in scène gezet werd, zich nooit echt voordoet. Maar als het toch gebeurt, dan hebben we er alle vertrouwen in dat het GRIMP-team de redding tot een goed einde brengt.”