De Zwarte Neet is een belangrijke waterloop voor Europees beschermde vissen zoals rivierdonderpad, beekprik en kleine modderkruiper. Maar ter hoogte van Hodonk bevindt zich een stuw in de waterloop die het de vissen onmogelijk maakt opwaarts te zwemmen. En net stroomopwaarts bevinden zich de beste plekjes om te schuilen, te paaien en voedsel te vinden.
Een bijkomend probleem is dat de Zwarte Neet daar veel te breed is. Daardoor daalt het waterpeil te veel in de zomer en valt de stroming grotendeels weg. Deze waterloop is dus extra gevoelig voor droge periodes met hogere temperaturen. Het gebrek aan zuurstof in de waterloop is nefast voor vissen. Vooral beekprik en rivierdonderpad stellen extra hoge eisen qua zuurstofgehalte.
Gedeputeerde Jan De Haes verduidelijkt: “Om tegelijk meer variatie in het beekprofiel te krijgen, wordt deze helling aangelegd als een smal zomerbed, meanderend binnen een breder winterbed dat overeenkomt met de huidige waterloop. Zo krijgen we een meer natuurlijke visvriendelijke waterloop.” Stroomopwaarts het projectgebied komt er een noodoverlaat naar het bos op linkeroever. Bij uitzonderlijke regenval zal dit lagergelegen bos met gracht als tijdelijke buffer werken, kan het water deels infiltreren en verder afwaarts vertraagd terug de Zwarte Neet in lopen.
Via ingrepen aan de beek wordt er zo meer variatie in waterdiepte en stroming gecreëerd. De provincie werkt nauw samen met lokaal bestuur Retie, dat eigenaar is van een aantal percelen naast de waterloop. Ook verder afwaarts het Goorneetje tot aan Hodonk willen de 2 overheden werken aan de versmalling van de beek om meer dynamiek en variatie te scheppen. Voornamelijk stukken dood hout, boomstronken of wat zand van een sterk opgehoogde oever kunnen hiervoor gebruikt worden. Het voordeel is dat ze achteraf makkelijk weg te halen zijn, indien nodig.