Bijna alle respondenten gaan tijdens de coronacrisis regelmatig de natuur in, ruim een derde zelfs meerdere keren per dag. Meer dan de helft doet dit vaker dan voor de coronacrisis. De hoofdreden daarvoor is simpel: men heeft meer tijd. De belangrijkste reden om nièt naar buiten te trekken, is dat het er te druk is.
Meer dan de helft van de respondenten die de weg naar de natuur hebben gevonden, ervaart de natuur nog positiever dan voor de coronacrisis. De meeste zijn dankbaar voor het alternatief voor het binnen zitten.De overgrote meerderheid vindt het voor de gezondheid belangrijk om de natuur in te gaan. Zeker tijdens de coronacrisis. Bijna 90% voelt zich nadat hij of zij in de natuur is geweest fitter, positiever, meer ontspannen, gelukkiger, minder angstig en minder kwetsbaar.
Voor Jan De Haes, gedeputeerde bevoegd voor Natuur, zijn deze bevindingen een extra stimulans voor een beleid dat de natuur voor iedereen beleefbaar wil maken. “We gaan samen met de Regionale Landschappen, de Bosgroepen en de groendomeinen verder investeren in nieuwe toegankelijke bossen en een gevarieerd landschap met dreven, poelen, houtkanten, boomgaarden. Zo dragen we zorg voor onze inheemse fauna en flora, maar ook voor onszelf. Eén derde van de respondenten vindt het zelfs te druk in de natuur. Dit bevestigt onze beleidskeuzes om meer beleefbare landschappen te creëren zoals bijvoorbeeld in de Antwerpse Zuidrand of in de vallei van de Kleine Nete. Ook het werkingsgebied van onze Regionale Landschappen willen we uitbreiden naar de ganse provincie.”