Tot 2011 heeft het opleidingsinstituut van de provincie Antwerpen voor zijn brandweeropleidingen PFAS-houdend blusschuim gebruikt. Door hun snelle en sterke bluskracht waren dergelijke fluorhoudende schuimen sinds de jaren zestig standaard in brandbestrijding. Daardoor is een deel van de terreinen van Campus Vesta vervuild geraakt.

Om komaf te maken met deze historische vervuiling is Campus Vesta, als autonoom provinciebedrijf gesteund door de provincie Antwerpen, in het baanbrekend proefproject van C-biotech gestapt.

Fytoremediatie

Rode draad in het project is fytoremediatie. Dat zijn technieken die gebruikmaken van planten en de bijbehorende micro-organismen om verontreiniging in bodem en grondwater op te vangen, te verwijderen, om te zetten en te degraderen. Fytoremediatie verschilt van andere biologische saneringstechnieken omdat hier levende micro-organismen gebruikt worden in combinatie met levende planten.

In de aanloop naar het toepassen van deze innovatieve technieken heeft Campus Vesta in april al 1.500 wilgen aangeplant. In juni werd (industriële) hennep gezaaid en werden plantenvakken voor de ontwikkeling van enzymes geplaatst. Wilgen en hennep trekken PFAS als het ware uit de grond en slaan deze stof op in hun blad. Ze doen dit elk op hun eigen manier.

Wilgen

Omdat de wortels van een wilg tot op het grondwaterniveau doorgroeien, kan deze boom per dag tot 200 liter water uit de grond opzuigen. Het water stroomt naar de bladeren en verdampt. De PFAS blijft achter in de bladeren. Die worden ‘geoogst’ nog voor ze op de grond kunnen vallen. Daarna worden de bladeren experimenteel behandeld met technologieën waarbij de PFAS wordt vernietigd.

Hennep werkt anders. Het pakt vooral de PFAS-vervuiling in het minder diepe, vaste deel van de bodem aan. De hennepplanten groeien heel snel, in ideale weersomstandigheden zo’n 3 centimeter per dag.

Net zoals bij de wilgen zal PFAS zich ook bij hennep in de bladeren concentreren. Bij het afrijden van de planten worden de bladeren en stengels gescheiden. De bladeren worden vernietigd. De PFAS-vrije stengels kunnen worden gebruikt als grondstof voor circulaire bouwmaterialen. Bovendien wordt er ook CO2 in opgeslagen, wat nuttig is in de strijd tegen de klimaatopwarming.

Triple win

Het project biedt dus een triple win: behalve het saneren van bodem en grondwater levert het een bijdrage aan de circulaire economie en aan de strijd tegen de klimaatopwarming. 

Bovendien heeft deze natuurlijke saneringsmethode als voordeel dat ze volledig op zonne-energie werkt en er dus geen pompen of andere energiebronnen nodig zijn. Nadeel is dat het veel tijd vergt, soms meerdere jaren.

Behalve wilgen en hennep plaatste C-biotech ook plantenvakken waarin enzymes zich kunnen ontwikkelen. Deze plantenvakken bevinden zich boven de ondergrondse waterbuffering, zodat er geen interactie is met het onderliggende grondwater.

Uniek in de wereld

Erik De Bruyn, projectmanager bij C-biotech en gewezen milieudeskundige van de stad Antwerpen, is de drijvende kracht achter het project.

“Dit project heeft de ambitie om uit te groeien tot het leidende Europese living lab in Europa”, aldus Erik De Bruyn. “We passen de meest geavanceerde technologie toe zoals drone-monitoring van de groei van de planten en van de PFAS-opname, state of the art grondwatermonitoring en analysetechnologie.”

“Het project kadert in een wereldwijde aanpak die voor bodem- en grondwatersanering vergelijkbaar is met wat Ocean Clean Up betekent voor de oceanen.”

Gedeputeerde Jan De Haes benadrukt het belang van dit project voor de provincie Antwerpen.

“Biologische afbraakmethoden voor PFAS zijn een veelbelovend onderzoeksgebied. Universitaire werkgroepen buigen zich over nieuwe interdisciplinaire samenwerkingsverbanden. Voor de provincie Antwerpen spelen duurzaamheid en betaalbaarheid een belangrijke rol. Door externe expertise in te roepen bij het ecologisch bestrijden van vervuiling, werken we aan een biodiverse, klimaatveilige provincie.”

Dat dit unieke project op de terreinen van Campus Vesta kan doorgaan, heeft te maken met drie verschillende factoren. Door de grote oppervlakte zijn er veel mogelijkheden om te experimenteren met verschillende technieken. Bovendien is de zone met PFAS-vervuiling duidelijk afgelijnd. Een derde factor zijn de relatief stabiele PFAS-waarden.

Het project zit nog in een studiefase. Het is zeker nog drie jaar wachten op resultaten.

C-biotech

Het bedrijf C-biotech, gevestigd in Temse, maakt deel uit van KIS, het Kenniscentrum Innovatieve Saneringstechnieken, dat sinds januari operationeel is. KIS is een samenwerkingsverband tussen overheden, kennisinstellingen en bedrijven. Het is opgericht omdat Vlaanderen koploper wil zijn in de aanpak en sanering van chemische verontreiniging in bodem, water en lucht.

Naast C-Biotech maken ook onder meer OVAM, VITO en de universiteiten van Antwerpen en Hasselt deel uit van KIS.

C-biotech werkt voor dit project samen met nationale én internationale partners, waaronder +EARTH+, VITO, INAGRO, ANTEA, i-FLUX, SGS, DEME, Bertels en Microsoft.